Ras info
Herkomst
De herkomst van de Bengaal is een kruising van een huiskat en de Bengaalse tijgerkat (Asian Leopard cat). De eerste kruisingen zijn ontstaan in de Verenigde Staten eind jaren 50 door Jean Mill. De Bengaal is een zeer populair ras in de Verenigde Staten en kent ook in de Benelux een groeiende populariteit. De Bengaal is dus nog een vrij recent ontstaan ras. Het resultaat van een langdurig werk in het zorgvuldig uitzoeken van de ouder dieren om de wilde aspecten van zijn voorvaderen te behouden maar met het temperament van een sociale kat.
Het karakter
Het karakter van de Bengaal kan je met een paar trefwoorden omschrijven, 'actief' en 'aanhankelijk'. Ze kunnen heel druk spelen maar eenmaal ze uitgespeeld zijn zitten ze ook graag op schoot.
Bengalen liggen ook heel graag bij je op bed maar pas op, … hij valt wel graag een te ver uitstekende teen aan. Bengalen zijn ook heel nieuwsgierig en willen altijd weten wat je aan het
doen bent. Ze helpen met afwassen, stof afnemen, boodschappentas leegmaken, ... Bij alles wat ze tegenkomen proberen ze dan ook of ze ermee kunnen spelen. Deze katten zitten graag op hoge plekken
en daar komen ze zo met hun behendige lichaam, ze kunnen heel erg ver springen. Ze vinden het leuk om vanuit een hoge plaats alles in de gaten te houden. Dit kan ook je schouder betekenen. Als
binnen kat moeten Bengalen wel de mogelijkheid hebben om te rennen en om te klimmen. Een goeie klim- en krabpaal is hier wel op zijn plaats. Een Bengaal is een brok energie en als hij die energie
kwijt kan dan zal hij niet vaak iets stuk maken. Ze kunnen dus niet alleen ver maar ook heel hoog springen. Met een veren pluimpje is dit goed te zien, maar ook een bromvlieg wordt met veel
enthousiasme achterna gezeten.
De Bengaal is een zeer intelligente, vriendelijke, nieuwsgierige en actieve kat. Bengalen houden in tegenstelling tot de meeste katten enorm van water en zelfs van de douche. Het water heeft een
speciale aantrekkingskracht bij de Bengaal, misschien is dit nog een trekje dat ze van hun wilde voorvaderen hebben ge-erft. Bengalen drinken het liefst stromend water uit de kraan, maar water in
een waterbak kan ook stromend gemaakt worden door die om te gooien. Ook kunnen ze zichzelf goed bezighouden met een propje papier of een speeltje die ze leuk vinden. Met andere katten
ontstaan er renpartijen, hinderlagen bij het kattenluik en worstelpartijen. Een Bengaal kan je ook heel makkelijk leren apporteren: pak gewoon het speeltje als hij daarmee bezig is en gooi het
duidelijk en zichtbaar een stukje weg. De kans is heel groot dat hij het meteen terugbrent. Sommige Bengalen spelen eerst nog even zelf met het speeltje en brengen het dan pas terug. Dit ras gaat
ook goed samen met andere katten, maar dan het liefst ook actieve katten. Ook past een Bengaal zich snel aan, bijvoorbeeld aan nieuwe huisdieren of een andere omgeving.
Uiterlijk
Een Bengaal mag op geen enkel gedomesticeerd ras lijken. De kop is opvallend verschillend van andere kattenrassen.
Lichaam: De Bengaal heeft een lang en gespierd lichaam. Doordat ze zo gespierd zijn schrikken sommige mensen van hun gewicht wanneer ze die optillen. Verder hebben ze brede poten en grote ronde voeten, een brede staart met ronde top. Poezen zijn duidelijk kleiner dan katers. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten dit zorgt voor die mooie sluipgang die ze hebben. De staartpunt en de voetzolen moeten altijd zwart zijn.
Kop: De kop is wigvormig van vorm en is langer dan dat die breed is en hebben ook een brede neus. De ogen zijn groot en ovaal tot bijna rond van vorm, dit zorgt voor de 'nocturnal look' zoals we die kennen van bij de nachtdieren. De oren zijn klein tot middelgroot en hebben een ronde top. Ook heel belangrijk is de snuit van de Bengaal. Die is breed met geprononceerde snorhaarkussens met daaronder een stevige kin. Ook het profiel van de kop is belangrijk. De neuslijn is bijna recht met een minieme holle glooiing. De oogkleur is intens en mag groen, goudkleurig of hazel zijn.
Patroon: Bij de Bengaal onderscheiden we twee basispatronen: spotted / rosetted en marmer. Het spotted patroon bestaat uit ronde of driehoekige vlekken, die willekeurig of horizontal geplaatst zijn. Rosetten zijn vlekken waarvan een gedeelte van die vlek een warmere kleur heeft. De voorkeur wordt gegeven aan rozetten die duidelijk twee verschillende kleuren of kleurschakeringen hebben, zoals bijvoorbeeld een pootafdruk, speerpunt, doughnut of doughnut-achtige aftekening of samengeklonderde vlekken boven eenkleurige ondervlekken. Deze moeten horizontaal gerangschikt zijn. De vacht is glad en voelt zijdezacht aan.
Gevlekt / Spotted:
Duidelijk contrasterende spots. De vacht behoort spots op de buik, een duidelijk M op het voorhoofd en ringen rond de staart te vertonen.
Er is een grote variatie in 2 - kleurige spotten die we rosetten noemen.
Bij de rosetten kunnen we 4 verschillende types vinden:
arrow, pawprint, donut en cloud.
Sommige katten hebben een opeenvolgende lijn van donut rosetten die parallel lopen op beide zijden van de ruggegraat, dit noemen we "chaining", ketting.
Gemarmerd / Marbled:
Langgerekt patroon. Duidelijk contrast en helder patroon. De vacht vertoont brede strepen en vlekken van verschillende grootte en vorm, over de gehele ruglengte vertoont dit patoon brede strepen. De buik hoort gevlekt te zijn.
De zilver kleur
Bij het ontstaan van het ras zijn voor de eerste generaties vaak zilver Egyptische Mau poezen gebruikt omdat ze een natuurlijk gespot patroon hebben, daardoor
waren veel van de eerste Bengalen zilver kleurig. In de late jaren 1990 maakte men gebruik van de Amerikaanse Korthaar. Zo is uiteindelijk de zilver Begnaal ontstaan. Het is door deze
kruising en toewijding door slechts een handvol fokkers dat de zilver Bengaal er nu zo uit ziet zoals we die nu kennen. Omdat de meeste fokkers echter warm gekleurde Bengalen prefereren is deze
kleur zeer zeldzaam geworden, hoewel er nog steeds enkele fokkers nieuwe bloedlijnen creëren door gebruik te maken van o.a. de Egyptische Mau en de Amerikaanse Korthaar is de zilver Bengaal nog
niet helemaal verdwenen. Kom je na wat zoekwerk bij een cattery die zilver Bengalen fokt dan vind je meestal enkel kittens met een spotted / rosetted patroon. Vaak verkiezen mensen ook deze
patronen omdat die het meest lijken op die van een luipaard of cheetah. Nog moeilijker is om een cattery te vinden die ook de zilver marmer Bengalen fokken. Juist doordat ze zo zeldzaam zijn is
het net datgene wat de zilver marmer Bengaal zo uniek maakt.
Verder is de zilver kleur niet iets wat genetisch kan doorgegeven worden. De zilverkleur is afkomstig van het inhibitor-gen wat het pigment uit de vacht haalt bij gekleurde katten. Het zilvergen
is dominant en maar één ouder hoeft zilver te dragen om het aan de kittens door te geven. Een bengaal draagt pas zilver wanneer hij werkelijk zilver van kleur is. Ze kunnen het niet recessief
(onzichtbaar) met zich meedragen. Zilver kittens fokken is alleen mogelijk met minimaal één zilver ouder. Zilver Bengalen kunnen wel het black tabby gen recessief met zich meedragen. Dan spreek
je over een heterozyghoot zilver. Twee heterozygoot zilver ouders kunnen dus zowel black tabby kittens, die dan geen zilver gen hebben, als zilver kittens krijgen. Een homozygoot zilver ouder
krijgt alleen maar zilver kittens.
Genetica
I/I = Homozygoot zilver
I/i = Hetrozygoot zilver
i/i = Niet - zilver bengaal
Homozygoot zilver(I/I) X Homozygoot zilver (I/I)
= 100% van de kittens zijn Homozygoot zilver (I/I).
Homozygoot zilver (I/I) X Hetrozygoot zilver (I/i)
= 50% van de kittens zijn Homozygoot zilver (I/I) en 50% van de kittens zijn Hetrozygoot zilver (I/i).
Hetrozygoot zilver (I/i) X Hetrozygoot zilver (I/i)
= 25% van de kittens zijn Homozygoot zilver (I/I), 50% van de kittens zijn Hetrozygoot zilver (I/i) en 25% van de kittens zijn niet-zilver (i/i).
Homozygoot zilver (I/I) X Niet-zilver (i/i)
100% van de kittens zijn Hetrozygoot zilver (I/i).
Hetrozygoot zilver (I/i) X Niet-zilver (i/i)
25% van de kittens zijn Hetrozygoot zilver (I/i) en 75% van de kittens zijn Niet-zilver (i/i).
Tarnish
De schacht van de haren van een zilver bengaal is grijs of wit, met een zwarte haarpunt. Wanneer niet zwart maar geel / bruin naar voren komt, spreek je over tarnish.
Bij de sneeuwbengaal kan je 3 kleursoorten hebben: Lynx, Mink en Sepia
Seal Lynx Tabby
Deze bengaal heeft een patroon (gevlekt of gemarmerd) op een ivoorwitte ondergrond.
De ogen van deze bengaal zijn blauw, de seal linx tabby heeft twee genen voor siamees. (Van elk ouder één gen)
Seal Mink Tabby
Deze bengaal heeft een patroon (gevlekt of gemarmerd) op een ivoorwitte ondergrond.
De ogen van deze bengaal heeft een aqua of groene kleur.
De seal mink tabby heeft één gen voor siamees en één gen voor burmees
Seal Sepia Tabby
Deze bengaal heeft een patroon (gevlekt of gemarmerd) op een ivoorwitte ondergrond.
De ogen van deze bengaal zijn goudkleurig, de seal sepia tabby heeft twee genen voor burmees. (Van elk ouder één gen)
